Forensische zorg 4 behoort tot het kliniekgedeelte van het forensisch cluster. Deze afdeling biedt een forensische psychiatrische behandeling. De doelgroep bestaat uit volwassen mannen. Zij hebben een interneringsstatuut, een (licht) verstandelijke beperking en mogelijks een psychiatrische problematiek.
Onze visie
Het RNR-model vormt de basis binnen onze behandeling. Via dit ‘Risk Need Responsivity’-model, met bijhorende delictanalyse en risicotaxaties, trachten we te werken aan een delictvrije toekomst van de zorgvrager.
Niet alle problemen zijn op te lossen. De verstandelijke beperking verdwijnt niet en niet alle psychische stoornissen zijn te genezen. De behandeldoelen kunnen dan ook verschillend van aard zijn: soms gericht op het opheffen / genezen van het probleem (“cure”), maar soms ook op het leren ermee omgaan (“cope”), het leren beheersen van gedrag (“control”) of op het opzetten van ondersteuning / zorg (“care”). Het is ons doel om waar mogelijk de zorgvrager zijn mogelijkheden en beperkingen te leren zien en te accepteren en hier een balans in weet te vinden. Vanwege de blijvende beperkingen zal ook een bepaalde mate van ondersteuning na de behandeling permanent noodzakelijk zijn. Naast veranderingen bij de zorgvrager is daarom ook het vinden van de juiste wijze van bejegening en begeleidingsstijl van de zorgvrager en het overdragen van deze kennis aan de oorspronkelijke of toekomstige leefomgeving een doel in de behandeling.
Therapeutisch kader
Vanwege onze specifieke doelgroep kozen we bewust voor een multidisciplinair team met verschillende achtergronden. We vinden het belangrijk om in te zetten op de therapeutische relatie en zijn daarom bewust bezig met de bereikbaarheid van de teamleden. Ook de teamleden met een bureau zijn nooit veraf vanwege een plekje op de afdeling.
Individuele programma’s worden maximaal afgestemd op de doelstellingen vanuit de behandelplanbespreking enerzijds en de mogelijkheden van zorgvrager anderzijds. Uiteraard worden programma’s ook ingevuld afhankelijk van de fase van iemands traject. De behandeling kent een observatie-, behandeling- en resocialisatiefase. Daarnaast volgen we een vrijhedenbeleid en denken we bewust na over het netwerk, met eventuele bezoeken en weekends.
Het sociaal-emotioneel ontwikkelingsmodel biedt ons houvast in de bejegening van onze zorgvragers en helpt ons ook bij onze groepsindeling. Onze aanpak wordt verder gestuurd vanuit de modellen rond nieuwe autoriteit en geweldloos verzet. Vanuit de herstelvisie bouwen we vaste en spontane contactmomenten in waarop inspraak welkom is. Daarnaast communiceren we eerlijk en helder.